Werkgevers betalen dit jaar minder pensioenpremie dan vorig jaar. Daarmee is een einde gekomen aan jaren van premiestijgingen.
Dat stelt werkgeversorganisatie AWVN woensdag op basis van een vergelijkend onderzoek onder Nederlandse pensioenfondsen.
Dit jaar bedraagt de gemiddelde premie van bedrijfstakfondsen 24,6 procent. Vorig jaar ging het nog om een percentage van 25,5 procent.
AWVN noemt de beperking van de pensioenopbouw de belangrijkste verklaring voor de daling. De pensioenpremies die werkgevers en werknemers betalen, mogen van de inkomstenbelasting worden afgetrokken.
Pensioenopbouw
Sinds 2015 is de belastingvrije pensioenopbouw van maximaal 2,25 procent verlaagd naar 1,875 procent van het inkomen. Dit is het maximale bedrag dat iemand jaarlijks belastingvrij voor de oude dag mag sparen. Er geldt een bovengrens van 100.000 euro.
Volgens het kabinet kon het opbouwpercentage omlaag, omdat werknemers later met pensioen gaan en dus langer door kunnen sparen.
“Opvallend is dat het gemiddelde opbouwpercentage met 1,8 procent zelfs lager is dan de wettelijk toegestane 1,875 procent per jaar”, stelt AWVN.
Ondernemingspensioenfonds
Uit het onderzoek blijkt verder dat werknemers die bij een ondernemingspensioenfonds zitten aanzienlijk minder pensioenpremie bijdragen dan werknemers die bij grotere bedrijfstakpensioenfondsen zijn aangesloten.
Tegelijkertijd is de totale premie die aan ondernemingspensioenfondsen betaald wordt juist hoger. Dit betekent dat werkgevers met een eigen pensioenfonds relatief duurder uit zijn.
Het onderzoek van AWVN omvat 87 regelingen waar drie kwart van de werknemers onder valt.
Bron: nu.nl