Gezien ontwikkelingen in Europa, lage rentestand en te weinig keuzemogelijkheden is het zaak grote haast te maken
Je zult op dit moment maar pensioen moeten aankopen, na veertig jaar hard werken. De rente is de afgelopen tijd, als gevolg van de financieel-economische situatie, steeds verder gezakt. Door het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB), die sinds januari dit jaar maandelijks € 60 mrd aan staatsobligaties opkoopt, wordt het effect van de lage rente verder versterkt. Door de extreem lage rente — bijna nul procent — ontvang je een heel laag pensioen en dat voel je direct in de portemonnee.
Opmerkelijk in dit kader vind ik de reactie die staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken vorige week gaf. Zij stelt dat de lage rente nauwelijks van invloed is op de koopkracht van gepensioneerden.
Ik zou willen zeggen: staatssecretaris, word wakker en denk liever mee hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen die met pensioen gaan, meer geld overhou den. Een procentpunt lagere rente leidt tot 14% minder pensioen. Dat zijn de feiten. Het kabinet mag niet achterover leunen en toekijken hoe onze pensioenen verdampen. Het is de hoogste tijd voor meer keuze bij de aankoop van het pensioen.
In ons land bouwt iedereen die werkt — naast de AOW — een aanvullend pensioen op. Naast het sparen in pensioenfondsen, sparen ongeveer 1 miljoen mensen voor het pensioen via een zogenoemde beschikbarepremieregeling bij een verzekeraar. Bij zo’n regeling staat de pensioenpremie vast en wordt deze tot aan de pensioendatum belegd. De werknemer heeft voordelen als een hoog rendement wordt behaald en loopt risico als de beleggingen tegen vallen.
De hoogte van de pensioenuitkering staat dus niet vooraf vast. Ga je met pensioen, dan koop je van het opgebouwde kapitaal op de pensioeningangsdatum de pensioenuitkering in één keer aan. Deze uitkering wordt op de pensioen ingangsdatum bepaald voor de gehele looptijd en kan niet meer worden aan gepast. Het gespaarde pensioenkapitaal wordt risicovrij aangehouden, zodat je als gepensioneerde zeker bent van jouw uitkering. Het pensioen is daarmee sterk afhankelijk van de rente die op dat ene aankoopmoment geldt.
Tot zover de huidige situatie. Als het aan de VVD ligt, moeten werknemers voortaan zelf kunnen kiezen wanneer ze hun pensioen aankopen. Zeker omdat we niet weten hoe lang de periode van eerder genoemde lage rentestand zal duren, is het naar mijn idee belangrijk om in te zetten op meerdere aankoop momenten. Mocht de rente in de toekomst stijgen, dan kan een gepensioneerde daarvan profiteren. Hij kan immers op een later moment een deel van zijn pensioen aankopen tegen de dan geldende rente. Ook de mogelijkheid van variabele rente kan een interessante optie zijn. Net zoals dit nu al mogelijk is bij bijvoorbeeld de hypotheekrente.
Daarnaast zou ik meer producten willen waar mensen uit kunnen kiezen. Zo kan banksparen een mogelijkheid zijn om een hoger pensioen te behalen. De rente is ook hier laag, maar nog altijd gunstiger dan de aankoop van een pensioenuitkering. Uiteraard moet er dan nog wel het zogenoemde langlevenrisico verzekerd worden.
Ook op beleggingsgebied zijn er mo gelijkheden om de pensioenuitkering te verbeteren. Een van de mogelijkheden is het doorbeleggen na de pensioen ingangsdatum mogelijk te maken. Want op dit moment wordt het pensioen kapitaal risicovrij vastgezet in plaats van belegd, iets wat de pensioenuitkering niet altijd ten goede komt.
Het kabinet zinspeelt op een der gelijke mogelijkheid, maar gezien de ontwikkelingen in Europa, de lage rentestand en te weinig keuzemogelijkheden, is het zaak dat hier grote haast wordt gemaakt.
De aanhoudende lage rente is een gevaar voor mensen die na jaren hard werken van hun welverdiende pensioen moeten kunnen genieten.
Bron: Het Financieele Dagblad