‘In Nederland staan we aan de vooravond van een stap die de meeste andere landen allang hebben gezet: erkennen dat nominale zekerheid en uitkeringscontracten simpelweg gewoon niet houdbaar zijn. We zitten als pensioenwereld een beetje in een rouwproces daarover.’
Dat zei Ap Fraterman, secretaris pensioenbeleid bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, op het najaarscongres van de Kring van Pensioenspecialisten (KPS) in Den Haag. Dat VCP, Vakcentrale voor professionals, in haar kijk op een nieuw pensioenstelsel expliciet de voorkeur uitspreekt voor premieregelingen vindt hij tekenend voor de ontwikkeling.
‘Nog maar twee ą drie jaar geleden hadden premieregelingen voor velen nog een slechte klank of was het zelfs een taboewoord. Tegenwoordig zeggen zelfs vakbonden al dat het die kant uit moet. De mentale omslag is voor een belangrijk deel achter de rug. We moeten de bal alleen nog in de goal schieten.’
Of dat inderdaad gebeurt hangt volgens Fraterman voor een deel af van de Sociaal-Economische Raad. Die schrijft op verzoek van staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een advies over de toekomst van het pensioenstelsel. ‘Er zijn grof gezien twee uitkomsten mogelijk. De ene is dat er zes mooie, alternatieve scenario’s op tafel komen waaruit de staatssecretaris mag kiezen. Of we besluiten als sociale partners principieel de stap te zetten naar premieregelingen, in een modern jasje.’
John Landman, afdelingshoofd Toezicht Beleid Pensioenfondsen bij DNB, ziet in de plannen voor de toekomst van het pensioenstelsel veel gedeelde uitgangspunten als complete contracten, eigendomsrechten en transparantie. De moeilijkheid zit in de overgang naar een nieuw stelsel. Daar moet volgens hem het accent liggen. De sleutel is in handen van de sector die de overgang mogelijk moet maken. ‘Hoe gaat de sector inspelen op de veranderende behoeften?’
Kamerlid Pieter Omtzigt, winnaar van de tweejaarlijkse KPS-Award voor zijn bijdrage aan het pensioendebat, waarschuwde voor tijdsdruk op de komst van een nieuw pensioenstelsel. ‘Veel overgangen gaan te gehaast. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de WMO, is daar een voorbeeld van.
Bron: FD