Een BV betaalt de pensioenpremie niet. Kan de bestuurder dan aansprakelijk gesteld worden voor de schade? De rechtbank Den Haag beslist in dit geval negatief. Maar waar is dit besluit van afhankelijk?
Pensioen en overdracht onderneming
Op 1 maart 2005 verkoopt BV 1 zijn onderneming aan BV2 door middel van een activa-passivatransactie. De werknemers van BV 1 komen per 1 maart 2005 van rechtswege in dienst bij BV2. De werknemers gaan deelnemen aan de pensioenregeling van BV2. De pensioenregeling van BV2 is verzekerd bij Delta Lloyd (DL). Als de werknemers vragen om waardeoverdracht van de pensioenrechten die zij opbouwden bij BV1, blijkt dat BV1 drie jaar premieachterstand heeft bij haar pensioenverzekeraar Nationale Nederlanden (NN).
Zowel de kantonrechter in Rotterdam als in hoger beroep het gerechtshof Den Haag veroordeelden BV1 om de werknemers te compenseren door een koopsom te storten bij NN. De koopsommen dienen ter affinanciering van de tijdsevenredige pensioenaanspraken van die werknemer.
BV 1 betaalde niet en werd op verzoek van de werknemers op 31 december 2013 failliet verklaard. Op 29 augustus 2014 hief rechtbank Den Haag het faillissement op bij gebrek aan baten. BV1 heeft de verordonneerde koopsommen niet betaald aan NN.
Bestuurder persoonlijk aansprakelijk
Toen de werknemers hun schade niet langer konden verhalen op BV 1 stelden zij de bestuurder(s) van BV 1 (hierna: B) persoonlijk aansprakelijk. Zij vroegen de rechtbank te besluiten om B hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de geleden pensioenschade en te veroordelen tot betaling van die schade. Volgens de werknemers was B ernstig te verwijten dat BV1 de pensioenpremies vanaf 1 januari 2002 tot 1 maart 2005 niet heeft afgedragen. De rechtbank Den Haag stelt de werknemers in het ongelijk omdat zij niet voldoende onderbouwden dat de wanbetaling te wijten was aan ernstig verwijtbaar handelen van B.
De rechtbank motiveert dit als volgt
De regel is dat, wanneer een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, alleen de vennootschap aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Alleen onder bijzondere omstandigheden is er ruimte voor aansprakelijkheid van de bestuurder, naast de aansprakelijkheid van die vennootschap. Voor bestuurdersaansprakelijkheid gelden hogere eisen en zwaardere maatstaven dan in het algemeen het geval is. Zo moet aan de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt kunnen worden. De werknemers motiveerden en onderbouwden onvoldoende dat B persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt van de wanbetaling van de pensioenpremies door BV1 aan NN.
De werknemers verwezen naar vonnissen van de rechtbank Leeuwarden van 24 oktober 2007 en van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2013, die volgens hen vergelijkbaar waren en waarin sprake was van ernstig verwijt. In die zaken hadden bestuurders echter welbewust jarenlang pensioenpremies en pensioennota’s onbetaald gelaten en/of op de salarissen ingehouden werknemersbijdragen welbewust gebruikt voor de gewone bedrijfsvoering van hun vennootschap. Daarvan was in deze zaak geen sprake.
Commentaar
De uitspraak laat zien dat er alleen onder bijzondere omstandigheden ruimte is voor bestuurdersaansprakelijkheid. Een zure uitkomst voor deze werknemers. Zij kunnen hun pensioenschade nu nergens verhalen. Niet bij de BV en niet bij de bestuurders en ook niet bij de pensioenverzekeraar.
Wanneer de zaak had gespeeld na ingang van de Pensioenwet, dan had het wanbetalingsrisico (gedeeltelijk) bij de verzekeraar gelegen. De Pensioenwet verplicht de werkgever om verschuldigde premies te voldoen aan de pensioenuitvoerder. En wanneer hij in gebreke blijft, dan moet de pensioenuitvoerder de werknemers melden dat er sprake is van een premiebetalingsachterstand. Na die mededeling van premieachterstand kan de pensioenverzekeraar op zijn vroegst drie maanden daarna de pensioenverzekering met maximaal vijf maanden terugwerkende kracht premievrij maken. Als de verzekeraar te laat is met de mededeling, komt de premie voor de periode ouder dan de vijf maanden voor zijn rekening.
Bron: Adfis